Het lot van de spaarder
Op 11 januari heeft de Rechtbank Zeeland- West Brabant bepaald dat het forfaitaire rendement van 4% in box 3 van de inkomstenbelasting geoorloofd was.
Hoe zat het ook al weer?
In box 3 wordt inkomstenbelasting geheven over spaartegoeden, beleggingen alsmede verhuurde en tweede woningen. De heffing bedraagt, boven een vrijstelling, 30% over een forfaitair rendement van 4%. Per saldo betaalt u derhalve 1,2% inkomstenbelasting over het vermogen in box 3.
Vanaf 2017 is het rendement van 4% losgelaten. De wetgeving gaat nu uit van een gemiddeld rendement op spaargeld, beleggingen en onroerend goed. Het uitgangspunt is dat hoe meer vermogen, hoe meer belegging en onroerend goed. Er vindt een opdeling plaats in 3 schijven, met een oplopend rendement. Alleen de eerste schijf komt uit op een lager rendement dan de huidige 4%.
De procedures
Deze procedures ging over de jaren 2013 en 2014. Nu zijn er in een gerechtelijke procedure nog volop kansen om het verdict van de Rechtbank te laten herzien door dan wel het Gerechtshof dan wel de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft zich in 2016 al eens uitgelaten over de heffing in box 3. Deze rechter vond dat de heffing alleen buitensporig zwaar zou worden wanneer over een lange reeks van jaren het veronderstelde rendement niet meer haalbaar is en de belastingplichtige met een buitensporig hoge last zou worden geconfronteerd. Wanneer de wetgever duidelijk zou worden dat het rendement onhaalbaar zou worden, mag van hem worden verlangd dat het forfaitaire rendement wordt aangepast.
De toekomst
Ik verwacht in hoger beroep of cassatie geen inhoudelijke wijziging in de uitspraak. Ook in een procedure over 2015 en 2016 verwacht ik dezelfde uitkomst. Vanaf 2017 wordt de methodiek waarmee het forfaitaire rendement bepaald wordt, meer in lijn gebracht met de werkelijke rendementen. Daarmee heeft de wetgever actie ondernomen op de lage spaarrentes van de laatste jaren. Dat zal voor de rechter reden zijn om het rendement van 4% overeind te laten.
Wel is er de laatste jaren steeds meer vraag naar een heffing op basis van het werkelijke rendement. Dit heeft staatssecretaris Wiebes al netjes over zijn ambtstermijn heen geschoven. Wel heeft hij drie denkrichtingen gepresenteerd. Voordat het hele wetstraject en de hele implementatie rond is, zitten we in het najaar van 2020 is de verwachting. Wil deze planning gehaald worden, dan is politieke stabiliteit wel nodig.
Wat nu?
Voorlopig zult u, als slachtoffer van de heffing in box 3, ermee moeten leren leven dat sparen geld kost. Hoewel? Er zijn wel degelijk mogelijkheden om aan de heffing van box 3 te ontkomen en belasting te betalen over het werkelijke rendement van uw bezittingen. En omdat belastingheffing altijd een percentage van het totale rendement is, kan geld sparen wel geld opleveren. Maar daar moet u wel iets voor doen.
Laat een reactie achter